‘Wie de wereld graag beter wil begrijpen, kan proberen mensen te zien als honden en katten.’ In ruil voor een bord ‘echte’ soep trakteren mijn uitwonende kinderen mij op interessante theorieën, die ze opdoen in studentenhuizen. Zo voeden we elkaar.
‘Katten, die kijken de kat uit de boom. Ze slaan toe op onbewaakte momenten, zijn berekenend en eerder gemeen dan bot. Honden daarentegen, zijn onbevangen en eerlijk. Die hebben het hart op de tong en zijn eerder bot dan gemeen.’ Tot zover de theorie.
Erica Terpstra is een typische hond, zo begrijp ik. Een staart heeft zij niet nodig: zij kwispelt met haar hele wezen. Met haar ben je altijd verzekerd van leven in de brouwerij. Alexander Pechtold wordt wel eens weggezet als keffertje, toch zou hij volgens deze kat-of-hondtheorie beter in het kattenprofiel passen. Hij kan vinnig uit de hoek komen als hij op een onbewaakt moment toeslaat. Het vergt even oefenen, maar als je samen stug doorwerkt heb je binnen afzienbare tijd heel wat bekenden in een hok.
Juist daarom zit de theorie me niet lekker. Gaat ze niet ten koste van de nuance? Nee, dat heb ik helemaal verkeerd begrepen. Want, zo hoor ik tussen het soep lepelen door: het gaat hier om een flexibele theorie, wat betekent dat ‘niet iedereen erin hoeft te passen en bovendien op elke regel duizend uitzonderingen zijn.’ Daarbij komt nog, dat we in dit stadium van het verhaal drie groepen nog buiten beschouwing hebben gelaten. Katten met hondentrekjes, honden met kattentrekjes en tot slot de soort waartoe Wilders behoort: katten die zich als een hond gedragen.
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 17 januari 2014
Interessante theorie. Dat zou betekenen dat de wereld in te delen is in botte en gemene mensen. Ik ben zo naïef om te denken dat er ook mensen zijnde het goed bedoelen… Misschien ben ik wel een dom gansje…!
Ank, na het lezen van jouw column heb ik besloten niets meer van de wereld te willen begrijpen. En als ik jou was, zou ik geen echte soep meer ruilen voor moderne theorieën die onvermijdelijk leiden tot de grote kladderadatsch.
Vroeger, toen de honden nog alleen op pad gingen om geheel naar eigen keuze ergens in de wijk hun keutel- of plasbehoefte te doen, kon je met eigen ogen aanschouwen dat het de hond was die urenlang de kat uit de boom keek en niet de kat de kat. Daar gaat de theorievorming van jouw uitwonende en ondervoede kinderen mank. Dat hebben ze zelf ook wel in de gaten, maar in ruil voor echte moedersoep in een uitgehongerd lijf gaat elke nuance in een wolk van euforie verloren.
Bij pakjessoep van de Aldi reppen ze wel anders, wat ik je brom.
Kan me hier totaal in vinden. Lees hem met Evelien Wiebe , een overduidelijke kat;)