Les vijfenzeventig

Illustratie: Annemiek Janmaat
Illustratie: Annemiek Janmaat

Dat ik voor mijn rijbewijs vierenzeventig lessen nodig had, zegt alles over mijn rij-instructeur. De helft van de tijd hield hij zich vast aan het portier, zo bang was hij. Onwillekeurig moet ik aan hem denken, op weg naar het Santuario di Gibilmanna, een pelgrimsoord op de hellingen van Pizzo Sant Angelo in het noorden van Sicilië. Terwijl manlief zich ontfermt over de tomtom, stuur ik onze gehuurde macchina naar de top van de berg.

‘Hier naar rechts, dan is het nog 15 kilometer.’ De weg gaat zo stijl omhoog, dat we meer liggend dan zittend verder rijden. Ik twijfel, maar mijn hand zet de pook al in de één. Mijn voet drukt het gaspedaal stevig in. Blijkbaar heb ik besloten dat ik dit durf. Al gauw volgen kuilen zo groot als kleine kraters. De weg is slechts een Fiatje breed, terwijl er toch tegenliggers komen. Links het ravijn en rechts de rots. ‘Meisjes, dit wordt niks. Stap maar uit en loop maar vast met pap naar beneden. Ik rijd door tot het eerste punt waar ik kan omdraaien.’ Een paar bochten verder, zie ik tussen de olijfbomen een inrit achter een stenen muur. In de achteruit erop, dan moet die bocht naar links te nemen zijn.

Had ik gedacht. Het schrompt en het schuurt. De olijven vliegen me om de oren. Ik wil nog maar een ding: weg. Het geluid van knakkend blik klinkt veelbelovend. Juichend word ik beneden ontvangen door de meisjes. Manlief kijkt bezorgd en grijpt bij nadere inspectie naar zijn hoofd. Les vijfenzeventig wordt een dure.

Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 6 augustus 2015.

 

 

3 gedachten over “Les vijfenzeventig”

  1. Curieus Ank, hoogst curieus. Alsof je door de Sahara fietst en ziet dat het in de verte begint te sneeuwen, zo curieus. En vooral ook dom, idioot, getikt, maar ook kolderiek, dat je vier-en-zeventig lessen lang, dat zijn ook vier-en-zeventig stress-volle uren, met zo’n schijtlaars naast je in die lesauto hebt gezeten. Hoe heb je het volgehouden? Telkens als hij naast je kroop controleerde hij minstens vier maal of hij wel stevig vast gesnoerd zat en schoof hij zijn stoel zó ver naar achter dat hij bij een eventuele frontale botsing niet met zijn kop op het dashboard knalde. Die test deed hij ongegeneerd waar jij bij zat. Het zweet stond voortdurend in zijn handen en parelde van zijn voorhoofd. Dat veegde hij af met zijn zeemleren handschoenen die hij altijd droeg, want smetvrees had hij ook. Bij elke tegenligger zocht hij steun bij de handrem aan de linkerkant en bij het handvat van het portier naast hem, en met gestrekte benen duwde hij zijn broodmagere lijf in de rugleuning van zijn stoel. Soms sloeg hij zelfs een hand of hele arm voor zijn ogen als je een streep gas gaf.

    Waarom in godsherenaam, zo vraag ik me af, heb je die bokseschijter geen congé gegeven, meteen na de eerste les al. Waarom heb je hem tot en met je vierde rijexamen naast je in de auto getolereerd? Ik had die schijtebroek na een paar lessen uit de auto geflikkerd, onder het rijden nog wel.
    Maar zo niet jij. Jouw medemenselijke gevoel zal niet instaat zijn geweest hem af te wijzen en jij liet je gewillig een eeuwigheid lang volpompen met zijn angsten. Angsten die, eenmaal opgeslagen, niet zo maar weer bij je vandaan lekken. Dat je er na zoveel jaren nog steeds last van hebt bewijst jullie tochtje naar de Giblimanna. De angst die je daar is overvallen zal reëel zijn geweest, maar ik moet je toch corrigeren als je de schuld van je onwijze besluit om op die helling naar boven te rijden, in de schoenen wilt schuiven van je vroegere rij-instructeur. Ik herinner er aan dat ik je op het idee heb gebracht, dat als jullie een bezoek zouden brengen aan Sicilië, een tocht naar dat klooster zeer de moeite waard is. Ik heb er ook uitdrukkelijk bij gezegd dat je de laatste vijfhonderd meter te voet moet afleggen. Het betreft nog steeds een onverhard ezelspad dat, zo hebben jullie ervaren, niet meer ruimte biedt dan twee bepakte ezels naast elkaar, en strikt verboden is voor auto’s. Heb je dat blauwe, ronde verkeersbord niet gezien met die witte ezel erop? Eronder staat voor de duidelijkheid ‘SOLO PER GLI ASINI’: alleen voor ezels. Nou, daar heb je je mooi aan gehouden.
    Maar wat goed van manlief dat hij onder al die stress de tegenwoordigheid van geest had om zich als stamhouder met zijn nakomelingen in veiligheid te brengen.

    Na het lezen van al dat geschromp en geschuur ging mij ook een licht op. In de tijd dat jullie bij ons woonden en wij samen een krappe binnenplaats moesten delen als parkeerplaats, liep onze auto onverklaarbaar veel krassen en deuken op, die wij zelf er beslist niet veroorzaakt hadden. Sporenonderzoek leverde niets op, want jullie auto had dezelfde kleur als de onze. Maar die van jullie zat wel van alle kanten onder de schrammen en de butsen…!
    Jammer dat dit allemaal juridisch verjaard is. Er is in onze vrije tijd toch al zo weinig contact tussen de mensen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.