De Belgen kunnen het zo mooi zeggen. In het Vlaams dagblad de Standaard lees ik over een jongen, die op 18-jarige leeftijd iets ergs heeft mispeuterd. Op een wel heel ongelukkig moment heeft hij een prostituee om het leven gebracht. Da’s niet best en daarom zit hij nu in Leuven Centraal. U vermoedt het al, dat is geen treinstation.
Tot zover de jongen. Het verhaal zoomt in op de vrouw aan wie hij veel te danken heeft: zijn pleegmoeder Monique. Zij staat voor de volle 100% achter hem. Net zo onvoorwaardelijk als bij haar zeven andere kinderen. En nee, zij is niet blij met wat hij gedaan heeft, maar wel trots op de manier waarop hij zijn straf heeft geaccepteerd. En al helemaal op hoe hij zijn best doet, om Leuven Centraal straks als een beter mens te verlaten.
Zij sluit de ogen dus niet voor de daad waarvoor haar pleegzoon nu moet zitten. Ondanks zijn misstap gelooft zij er heilig in, dat haar jongen zijn leven weer op de rails krijgt. Elke week reist ze 300 kilometer om hem dat te vertellen. Een vrouw met een rotsvast geloof in het goede in ieder mens.
Een geluk dat ze nog bestaan, zulke topmoeders. Vreemd, maar ik moet opeens aan Rutte denken. Zo sterk zelfs, dat het lijkt alsof hij hier aan de keukentafel zit en zijn verwilderste opvatting over uitgereisde jihadisten nog eens voor me opdist. Waarom net Rutte? Geen idee. Misschien omdat ze zo verschillend zijn, premier Mark en moeder Monique. Hij zo’n groot hoofd, zij zo’n groot hart.
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 13 maart 2015.
Mooi verhaal Ank