Nog tot maart

Illustratie: Annemiek Janmaat

De grijswitte man voor de abri in Eindhoven stelt zich voor als onze buschauffeur. Zijn tweede zin luidt: ‘Ik moet nog tot maart.’ Zonder een reactie af te wachten stoomt hij door. ‘Stelt u zich voor: gisteren vertrok mijn collega met een kapotte airco uit Londen; het werd 43 graden in de bus.’ Hij verzint dit niet. Niet voor niets ging in Engeland die dag door voor summer-horrorday.

Het gebied voor de tunnel in Calais bestaat uit uitgestrekte stroken asfalt bestrooid met windmolens, hekwerken en hier en daar een plukje gras. Een landschap dat voelt als een betonnen jas, afgewerkt met prikkeldraad. Niet iets om je picknickdeken uit te slaan of lang stil te staan.

Toch is dat wat we doen, stilstaan. Terwijl het asfalt al begint te dampen, staat de bus roerloos te ronken tussen de wit gekalkte lijnen. Van de chauffeur geen spoor. Zo mak als de passagiers hun paspoorten toonden, zich lieten tellen en hertellen, zo onrustig zijn ze nu. Draaiende hoofden en vragende blikken. Waar is de voorman gebleven?

Gelukkig wijst iemand opeens: daar! Met de rug naar de bus rookt hij een sigaret. Daarna nog een. En nog een. Dan loopt hij met slepende pas terug naar zijn plek achter het stuur en zegt met veel t’s: ‘I think there is problem with the train.’ Het ovationeel applaus blijft uit. Er klinken bezorgde stemmen. En nu? Gaan we Dover nog redden vandaag?

De Fransman aan de andere kant van het gangpad neemt met een zucht zijn Ipad op schoot en heropent zijn scrabbelspel. Op de stoel voor hem draait een Vlaamse vrouw resoluut de dop op het halflege waterflesje van haar kind. Terwijl de chauffeur weer gas geeft en nog heel erg moet tot maart, legt de Fransman dieu. 3x woordwaarde, dat neemt niemand hem meer af.

Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger op 4 augustus 2018.

 

 

2 gedachten over “Nog tot maart”

  1. Ik kan me voorstellen, zoals het gebied voor de tunnel in Calais, hoe er gereageerd wordt door de passagiers en chauffeur tijdens zo’n situatie en ook op zo’n plek, aldaar. Ja, hoe zal ’t aflopen? ‘Alle goeds’ toe te wensen, evenzo met hun (eind-) bestemming. Wij kunnen hopelijk van die situatie, op die plek wat van opsteken?!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.